maandag 2 oktober 2017

02-10-2017: Québec -> Bar Harbor (ME)

Naar een niet al te denderende nachtrust volgt de dagelijkse routine en na het uitchecken is het wachten tot we onze auto weer terugkrijgen. Bij aankomst werd deze voor ons -tegen betaling natuurlijk - naar een garage gebracht en nu dus weer opgehaald.

Om 10:40 beginnen we eindelijk aan de tocht naar Bar Harbor. We geraken vrij vlot uit de stad en al snel zitten we op de snelweg. Mooie omgeving met langs de weg veel gekleurde bomen. Even wordt het nog spannend want ons Madam wil ons van de snelweg afleiden terwijl op de borden langs de weg niets wordt aangegeven (voorheen stond de afstand tot de grens met Maine steeds vermeld). Na de bewuste afslag, die we dus niet genomen hebben, herkent ze de weg zelfs niet. Blijkbaar oude kaarten in het systeem. Maar het komt nog goed en na een kleine 20 km leidt ze ons weer tot aan het échte einde van de snelweg in St.-Georges We hebben er dan al 175 km opzitten en het wordt tijd om nog eens te tanken.

Eens we St.-Georges verlaten hebben, wordt het verkeer steeds minder. We zitten nl. op het laatste 30 km voor de grens, waar we om 12:35 aankomen.

Het is hier zo goed als verlaten; niemand voor ons en slechts 1 auto achter ons. Men is hier net bezig met de vlaggen halfstok te hangen naar aanleiding van de feiten in Las Vegas.
Venster naar beneden en beleefd goedendag zeggen, paspoorten klaar houden en hopen dat er niet moeilijk wordt gedaan. Beleefde groet terug en dan de vraag om de achterruit naar beneden te doen en de zonnebril af te zetten. Eerst volgen de gekende vragen: van waar zijn jullie, waar gaan jullie naar toe...
En dan de onverwachte vraag: 'What do you do for living?' Wanneer ik hem daar waarheidsgetrouw op antwoord, vraagt hij of ik daar een bewijs van heb en eens hij dat bewijs in handen heeft, verandert zijn houding op slag. Veel gemoedelijker en zelfs nog de opmerking dat we met Bar Harbor een zeer goede bestemming hebben gekozen. Wel nog de vraag of we wapens bij hebben en of we al een ESTA hebben. Twee keer 'nee' dus. Of nog even de huurovereenkomst voor de auto willen afgeven en dan het vriendelijke verzoek de auto aan de kant te zetten en even naar binnen te gaan.

Wanneer we binnen komen, liggen onze paspoorten al bij zijn collega die eveneens erg vriendelijk en gemoedelijk doet. Wanneer ik bij het afnemen van de vingerafdrukken al mijn duim leg vooraleer hij het gevraagd heeft kan er zelfs een grapje vanaf dat ik 'dat blijkbaar vaker heb gedaan'. Na het betalen van onze ESTA krijgen we onze papieren terug én nog een extra attentie: een uniformbadge. Pas dan valt mijn frank dat zijn collega hem heeft ingelicht ;)
Heel de afhandeling heeft nog geen 20 minuten geduurd.

En nu zitten we dus in Ustated Nites of America, om het met de woorden van Urbanus te zeggen.

De eerste goede 15 km na de grens rijden we door de bossen heuvel op, heuvel af tot aan het dorpje Jackman (whats in a name?). En, niettegenstaande zowat om de 100 meter een Amerikaans vlag aan de elektriciteitspalen hangt, komt het échte... Canadagevoel op! Voor het eerst deze vakantie rijden we kilometers lang zonder een andere auto te zien en de volgende bebouwde kom verschijnt pas na zowat 80 km. Heel de weg loopt langs een rivier en door prachtige bossen. Het enige dat we nog steeds missen is het wild. Er staan wel overal waarschuwingsborden voor overstekende elanden, maar van de beesten zelf is geen spoor te bekennen.

We komen nu bij de Moxie Falls en besluiten hier even de benen te strekken. Het is immers al 14:10. Het is ongeveer een kwartiertje wandelen tot aan de waterval zelf. Onderweg zien we nog een eekhoorntje en wanneer ik de laatste traptrede afstap, trap ik nét naast een... slang(etje). Ze maakt zich vlug onder de voeten uit en ik kan nog net een onduidelijke foto maken van het serpent. Was er eentje van het type tuinslang.

De waterval zelf is mooi maar niets bijzonders (we zijn strontbedorven) en naar een minuut of 10 keren we terug naar de auto.

Om 15:45 halen we nog snel een paar broodjes uit bij een tankstation annex winkel annex pizzeria die we een kwartier later opeten op de Robbins Hill Scenic Area, een rustplaats met een prachtig zicht over de omgeving en de verderop liggende bergen.

Hierna loopt de weg steeds weer door dorpjes/stadjes en wanneer we nog 116 km voor de boeg hebben, rijden we weer de snelweg op.
De laatste 66 km gaan weer over een weg van het type 'rijksweg' en het begint stilaan donker te worden. We kunnen nog een paar mooie foto's van de zonsondergang maken en om 18:45 stoppen we voor het hotel.

We krijgen hier een kamer in het bijgebouw dat eerder aandoet als een motel uit de Amerikaanse films: lang gebouw met allemaal buitendeuren, bij elke deur een tafeltje met twee stoelen en dat alles drie lagen op elkaar. En zo gehorig als iets dus we vrezen weer voor onze nachtrust. De chauffageketel staat vermoedelijk naast onze kamer en als boven iemand over de gang/balkon loopt lijkt het alsof hij/zij ieder moment bij je in bed belandt.
MAAR, we hebben een mooi uitzicht op de Atlantische Oceaan (tenminste, dat hopen we als het weer licht is)

Aanvankelijk wilden we in het dorp iets gaan eten, maar we zijn zo moe dat we voor de gemakkelijkste oplossing kiezen: het restaurant dat bij het hotel hoort en een paar honderd meter verderop ligt. De reviews zijn niet altijd even goed, maar wij eten er lekker.

En dan het weer: in één woord, prachtig. Zowat heel de weg onbewolkt geweest bij een temperatuur tussen 16° bij vertrek, 23° (!) onderweg en 12° bij aankomst.
En we zijn 458 km naar het zuid-oosten opgeschoven.

Morgen de buurt verkennen.














1 opmerking:

  1. Dank je wel. Wij hebben inderdaad ook al de vergelijking met Ijsland gemaakt en maak je maar geen zorgen, geen walvis gegeten ;)

    BeantwoordenVerwijderen